Gezamenlijk woningmarktonderzoek West-Brabant, Tholen en de Bevelanden
In 2019 is opnieuw onderzoek gedaan naar de woningmarkt in West-Brabant, Tholen en de Bevelanden. Nieuw is dat dit jaar naast 7 woningcorporaties ook 13 gemeenten hierbij betrokken zijn. Dankzij deze samenwerking kunnen we onderling vergelijken en trends ontdekken. Gemeenten en corporaties zullen aan de slag gaan met de gezamenlijke opgaven.
Het rapport “Woningbehoefteonderzoek 2019 West-Brabant, Tholen en de Bevelanden” beschrijft de resultaten van het onderzoek dat is uitgevoerd in een groot onderzoeksgebied dat loopt van Goes tot aan Moerdijk. Bij het onderzoek zijn 13 gemeenten (Borsele, Reimerswaal, Kapelle, Noord-Beveland, Goes, Woensdrecht, Bergen op Zoom, Tholen, Steenbergen, Roosendaal, Moerdijk, Rucphen en Halderberge) en 7 woningcorporaties (R&B Wonen, RWS Goes, Woningstichting Woensdrecht, Stadlander, Woonkwartier, Alwel en Thuisvester) betrokken.
Vergrijzing zet door
Uit het onderzoek blijkt dat de vergrijzing op de woningmarkt doorzet. In de regio’s West-Brabant en de Bevelanden zelfs nog meer dan gemiddeld in Nederland. Het aandeel 65-plussers neemt toe. Zij wonen nu overwegend in een koopwoning en zullen dat naar verwachting ook blijven doen. In het algemeen zal de behoefte aan gelijkvloerse woningen wel toenemen, maar vooral in de koopsector.
Aantal alleenstaanden neemt toe
Het aantal alleenstaanden zal fors toenemen en dan vooral onder ouderen. Omdat oudere mensen over het algemeen niet graag verhuizen, komen relatief veel ouderen door sterfte van de partner alleen in een koopwoning te wonen die relatief groot zal blijken te zijn. Met passend aanbod kunnen deze mensen wellicht verleid worden naar meer passende woonruimte te verhuizen.
Krimp zet later in
In West-Brabant blijft de bevolkingsgroei achter ten opzichte van de in het vorige onderzoek gebruikte prognoses. Dat hangt samen met de achterblijvende huishoudensgroei, het achterblijvende aantal banen en de werkgelegenheid die slechts beperkt is toegenomen. In de regio Bevelanden is dat beeld positiever. Ontwikkelingen zijn daar meer in lijn met eerdere prognoses. Tot 2035 zien we het aantal huishoudens nog beperkt groeien maar vanaf omstreeks dan zal het omslaan in een daling.
Huishoudens veranderen
Huishoudensvorming is complexer geworden. Jongeren wonen langer thuis. Daarnaast zien we, dat de komst van arbeidsmigranten niet automatisch zorgt voor meer huishoudens. Zij kiezen wat betreft huisvesting vaak voor pensions, samenwonen, hostels, etc. Daardoor worden er bij een gelijke bevolkingsgroei, minder huishoudens gevormd en ontstaat er behoefte aan andere woonvormen.
Toename arbeidsmigranten
Het aantal arbeidsmigranten neemt toe. De registratie van deze mensen levert administratieve problemen op en maakt het lastig grip op de aantallen te krijgen. De behoefte aan flexibele huisvesting (logies, pensions, kamerverhuur, hostels) stijgt. Huisvesting in gewone wijken kan tot overlastsituaties leiden en tot afbreuk van sociale cohesie. Corporaties kunnen uitkomst bieden met sociale huurwoningen voor huishoudens met de laagste inkomens. Voor het overige biedt het uitdagingen voor vooral werkgevers en gemeenten.
Behoefte aan koopwoningen neemt toe, behoefte aan huurwoningen neemt op termijn af
De behoefte aan koopwoningen zal de komende jaren nog toenemen onder invloed van de demografische ontwikkelingen. De behoefte aan sociale huurwoningen zal op korte termijn ook nog iets toenemen maar in de loop van de komende 5 jaar al afnemen. Veel van de oudere huurders komen op een moment te overlijden en om te voorzien in de woningbehoefte van de toekomstige woningzoekenden zijn minder woningen nodig.
Huizenprijzen stijgen
Hoewel de verkoopprijzen gestegen zijn, zijn deze ten opzichte van het landelijk gemiddelde nog relatief laag. De stijging hangt vooral samen met de lage rente en de toegenomen koopkracht. Overspannen marktsituaties zoals in de Randstad, zijn in de onderzoeksregio’s zowel op het gebied van koop- als van huurwoningen, niet aan de orde.